Op pad naar het ultieme duurzaamheidsoord
Als bouwgroep werkt Camino Group zich al jaren uit de naad om duurzaamheid in elke vezel van hun beleid te verweven. Onlangs schaarde dochterbedrijf Durabrik zich bij een select clubje Belgische bedrijven die B Corp-gecertificeerd zijn, een prestigieuze erkenning voor duurzame en sociale inspanningen. En het belooft een boerenjaar te worden met In The Yard, een ultramodern kantorencomplex dat weldra opent. “In de bouwsector is er nog werk aan de winkel, maar je kan wel grensverleggende dingen doen.”
Bron: Voka
Tekst Laurens Fagard – Foto Wim Kempenaers
Met de premisse dat duurzaamheid niet altijd zichtbaar is, maakt bouwbedrijf Camino Group letterlijk komaf. Langs de E40 in Drongen kan je niet omheen het gloednieuwe kantorencomplex waar de holding de komende maanden de laatste hand aan legt. Het state-of-the-artproject, omgedoopt tot ‘In The Yard’, komt naast het huidige kantoor van de grootste dochter Durabrik te liggen en moet de duurzame ambities van de bedrijvengroep weerspiegelen.
Het familiebedrijf wil al lang toonaangevend zijn in de bouwsector en trekt daarvoor resoluut de kaart van duurzaamheid. Sinds 1996, wanneer Joost en Claudia Callens als tweede generatie Durabrik overnemen, gaat de groei in een stroomversnelling door overnames en participaties. Nu telt het collectief 17 merken die onder het dak van Camino Group huizen (Durabrik, Istoir, Victor, Ecopuur, Plan E, In The Yard, Grondontwikkeling, Ebenti, Durabrik Invest, Durinvest, Patri-One, Veisters, Fyxt, Toontjeshuis, Miix, Homate en Coloc). “Door bedrijven over te nemen in duurzame technieken zoals Ecopuur, maak je je snel die kennis eigen”, vertelt directeur ontwikkeling Wouter Coucke. “Daarnaast stelde de schaalgrootte van Durabrik ons in staat om meer budget te spenderen aan de duurzame transitie. Per slot van rekening wil je alle bedrijven onder de vleugels van Camino op dezelfde lijn krijgen en een olympisch duurzaamheidsminimum vooropstellen. Dat is een uitdagende evenwichtsoefening waar je alle medewerkers bij nodig hebt.”
Emissievrij bouwen
Dat een langetermijnvisie van onmiskenbaar belang is, benadrukt Evelien van Kemenade maar al te graag. Als duurzaamheidscoördinator begeleidt zij alle bedrijven binnen de groep richting een duurzame werking. “Het helpt enorm dat de familie Callens een positieve nalatenschap wil voortbrengen die gestoeld is op duurzame drijfveren. Vorig jaar hebben we daar met het hele bedrijf een strategie rond uitgewerkt aan de hand van een heleboel workshops. Vijf hoofdthema’s staan centraal. Wat de ecologische thema’s betreffen, willen we emissievrij bouwen in de toekomst en zoveel mogelijk circulair werken door materialen te recupereren. Bij de projecten die we opleveren, willen we de biodiversiteit respecteren en verbeteren waar mogelijk, de waterhuishouding zo efficiënt mogelijk maken en de shift naar hernieuwbare energie maximaliseren.”
De overige thema’s draaien meer rond sociale duurzaamheid. “Veiligheid, gezondheid en inclusie zien we als één grote cluster die bedoeld is voor onze medewerkers, maar even goed voor onze klanten. “We focussen immers op een heel breed woonaanbod”, vult Wouter aan. “Dat is overwegend voor de reguliere markt, maar evengoed voor mensen met een bescheiden inkomen via sociale huisvesting als zorgbehoevenden via Toontjeshuis. En kennisborging is de rode draad doorheen de thema’s. Met Camino College krijgen alle medewerkers de kans om kennis over hun eigen bedrijf te delen met collega’s. Zo hebben we bijvoorbeeld met Victor en Istoir twee bedrijven die zich specialiseren in respectievelijk renovatie en restauratie. Zij zitten vaak samen en leren veel van elkaar. Zo blijven we onze mensen uitdagen om het beste van zichzelf te geven.”
Hoewel de medewerkers er al flink van zijn doordrongen, vallen klanten voorlopig nog niet massaal in zwijm voor duurzame woningen. “Als ontwikkelaar doen we ons best om ons duurzame aanbod in de kijker te zetten. Toch is ons bestverkochte product nog altijd de halfopen woning. Maar er is een maatschappelijke verandering op til. Meer en meer is er vraag naar gegroepeerde bebouwing met gemeenschappelijke tuinen. En ook energie is steeds belangrijker omwille van de crisis. Tien jaar geleden maakten we al bewust de keuze om enkel nog met duurzame technieken te werken, maar pas nu begint het ook effectief door te wegen in een beslissing tot aankoop. Dat sterkt ons dat we met onze emissievrije en circulaire doelstellingen de goede weg zijn ingeslagen”, aldus Evelien.
Rent-to-own
Als bouwbedrijf wil Camino Group een voorloper zijn en blijven in de sector. Dat gaat af en toe wel gepaard met de nodige uitdagingen. “We stellen ons vaak de vraag hoever je moet gaan als schakel in de volledige keten”, zegt Wouter. “Maar het is goed dat we blijven denken buiten de geijkte kaders. Zo blijft de betaalbaarheid van de woning een onzekere factor voor veel mensen. Daarom zijn we net als andere ontwikkelaars begonnen met een rent-to-own-systeem, waar wij de huurtermijn wel hebben uitgebreid tot zes jaar. Op die manier kunnen de kandidaat-kopers de nodige eigen middelen opbouwen en hebben ze toch gemoedsrust om aan de opbouw van hun sociaal leven te beginnen in de energiezuinige woning waar ze willen wonen. Zo trachten we toch vooruitstrevend te zijn vind ik.”
Binnen de Camino Group gaat DPS (Durabrik Publieke Samenwerking) nog een stap verder in dat sociale engagement. “Als aannemer deden we mee aan Design & Build-wedstrijden van Wonen in Vlaanderen (de vroegere Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, VMSW red.). We brengen daarvoor graag competenties samen vanuit de verschillende bedrijven. En dat lukt ons ook aardig, want we wonnen in maar liefst vier van de vijf provincies de wedstrijd ‘Design & Build Appartementsgebouw’ waardoor we in totaal ongeveer vijftien sociale appartementsgebouwen zullen ontwikkelen”, glundert Evelien.
Meer bereiken met data
De ecologische verduurzaming sijpelt hoe langer hoe meer ook binnen in de bouwsector en dat juicht Camino Group alleen maar toe. “Voorlopig beschikken we nog niet over voldoende data om concrete ambities uit te spreken. We verbinden ons aan de EU-doelen om tegen 2030 55% minder CO2 uit te stoten en dat in 2055 tot nul te herleiden. We starten binnenkort een proefproject om een emissievrije woning te bouwen, zowel in embodied als operational carbon (CO2 die respectievelijk slaat op het vervaardigen van de materialen die gebruikt worden in de woning en bij het bouwen ervan). We zullen sowieso CO2 moeten verbruiken om de woning te bouwen, maar dat willen we compenseren met materialen die CO2 capteren, zoals hout bijvoorbeeld. Naast de emissies willen we in dat project het circulaire gegeven niet uit het oog verliezen door te kiezen voor ongeveer 80% herbruikbare of hernieuwbare materialen. Zoiets zou uniek zijn en we hopen er veel uit te leren voor onze toekomstige werking”, verduidelijkt Wouter.
“Om substantiële stappen in duurzaamheid te zetten, heb je natuurlijk de hele waardeketen nodig. We zitten al in verschillende werkgroepen zoals onder meer de technische comités van Buildwise, een initiatief dat innovatie bij bouwprofessionals aanmoedigt, dus we weten van elkaar goed waar we mee bezig zijn. Maar de echte brug naar samenwerking is nog volop in aanbouw”, zegt Evelien fijntjes. “Iedereen moet mee in het ‘duurzaamheidsbad’ want daar is de grootste impact in CO2 mee te boeken.”
“We doen al enkele jaren mee aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen. Dit jaar zijn we met Durabrik ook voor het eerst B Corp-gecertificeerd. Zulke labels belonen het mooie werk dat we als groep verwezenlijken, maar leggen ook nog de pijnpunten bloot. We zijn nog niet genoeg data driven daarom willen we de komende jaren werk maken van meetsystemen om de impact van onze projecten aan te tonen. In het kader van de Europese duurzaamheidsrapportering die op ons afkomt, wordt dat steeds belangrijker. Helaas zijn daar op dit moment nog geen hapklare oplossingen voor. Er zijn enkele systemen die interessant zijn, maar die zijn vaak niet complementair aan bestaande software. Vandaag hebben we voor al onze projecten een soort duurzaamheidsscan om te kijken welke aspecten nog voor verbetering vatbaar zijn.”
Je merkt aan alles dat we in een transitie zitten en iedereen zit te wachten op een soort Office 365-pakket rond duurzaamheid”, lacht Wouter. “Het is pas dan dat je vergelijkingen kan maken tussen bouwbedrijven. Nu zijn er simpelweg geen referentiekaders. Denemarken is bij mijn weten het enige land dat criteria heeft opgelegd over hoeveel CO2-equivalenten in operational en embodied carbon je maximaal aan een gebouw mag spenderen. Daar staan we in Europa nog ver van. En dat moet snel gaan veranderen als je verandering wil katalyseren. Dat zagen we tien jaar geleden ook wanneer alle gebouwen plots met de EPB-eisen aan energieprestatienormen moesten voldoen, terwijl we dat nu de normaalste zaak vinden.”
Boemerangeffect
Naast samenwerkingsvormen in de bouwsector, wil Camino Group ook zijn eigen bedrijven meer fysiek verenigen. Daar moet het nieuwe kantorencomplex In The Yard mee voor zorgen. “Ondanks de grote verbondenheid tussen onze collega’s, werken we nog veel op andere locaties. Onder meer Ecopuur zal zich hier komen vestigen, maar we zetten ook de deur open voor andere bedrijven die complementair zijn aan onze activiteiten. We willen niets liever dan dat dit een plek wordt waar alle mogelijkheden zijn tot kruisbestuiving”, benadrukt Evelien.
Het nieuwe gebouw is meteen ook het paradepaardje qua duurzaamheid. “We hebben ons wat laten gaan, maar ergens zijn we het ook wel verplicht aan onszelf en onze medewerkers”, geeft Wouter toe. “Welzijn van de gebruiker staat centraal en we hebben de WELL-principes gevolgd, een verregaande bouwstandaard die focust op tien concepten waaronder lucht- en lichtkwaliteit, watervoorzieningen en akoestiek. Op het dak komt een grote patio met binnentuin waar mensen even kunnen ontspannen of telefoneren in het groen. Alle technieken zijn makkelijk toegankelijk met het oog op de modulaire en circulaire toekomst.”
“Hier word je als medewerker echt in de watten gelegd”, verzekert Evelien. “Iedereen die start, volgt een uitgebreid onboardingtraject en naast technische opleidingen moedigen we ook aan om aan je soft skills te werken. Een verplichte opleiding is verbindend communiceren omdat we sterk geloven dat er zo minder conflicten zijn. Hoewel het een uitdaging blijft om geschikte mensen te vinden, merken we wel dat onze medewerkers zich hier goed voelen. Het gebeurt vaak dat mensen hier terugkomen nadat ze een carrièreswitch hebben gemaakt. Sommigen zelfs tot meerdere keren (lacht).”